Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Dan zal de HEERE [35]Juda [36]erven voor Zijn deel, [37]in het heilige land, en Hij zal Jeruzalem nog [38]verkiezen. 35. Te weten, de uitverkorenen uit het Joodse volk, de ware Joden, die in Christus geloven zullen. 36. Dat is, voor zijn eigen volk hebben en houden, en als zijn eigendom beminnen en bewaren. Anders: dan zal de Heere Juda zijn erfdeel erfelijk bezitten; zie Deut.32:9. 37. Hebr. in het land der heiligheid; dat is, in het land Kanaan, afbeeldende de kerk Gods. 38. Zie de aantekening bij hfdst.1 vs.17.